fot
Angelsaksisch
Uitspraak
- IPA: /foːt/
Woordafbreking
- fot
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fōts
Zelfstandig naamwoord
fot m
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Overerving en ontlening
Middelengels
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
fot
- (anatomie) voet; voortzetting van het been beneden de enkel; lichaamsdeel waar een mens en dier op staan
- (eenheid) voet; oude lengtemaat, de exacte lengte is streekafhankelijk, bijvoorbeeld de Engelse voet is 0,3048 meter, de Amsterdamse voet was 0,283 meter
- (eenheid) voet; oude oppervlaktemaat, de exacte lengte is streekafhankelijk
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Anagrammen
Overerving en ontlening
Zelfstandig naamwoord
fot
- meervoud van fot
Synoniemen
Oudfries
Uitspraak
- IPA: /ɸoːt/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fōts
Zelfstandig naamwoord
fot
Oudsaksisch
Uitspraak
- IPA: /ɸoə̯t/
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van het Proto-Germaanse *fōts
Zelfstandig naamwoord
fot m
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /fɔt/
Woordafbreking
- fot
Zelfstandig naamwoord
fot
Zweeds
Uitspraak
Woordafbreking
- fot
Zelfstandig naamwoord
fot g
Verbuiging
1. | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | fot | foten | fötter | fötterna |
genitief | fots | fotens | fötters | fötternas |
2. | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | fot | foten | - | - |
genitief | fots | fotens | - | - |