formanden
Deens
Woordafbreking
- for·man·den
Woordherkomst en -opbouw
- Deense zelfstandig-naamwoordsvorm met het voorvoegsel for-
Naar frequentie | 8815 |
---|
Zelfstandig naamwoord
formanden, g
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van formand
Naar frequentie | 8815 |
---|
formanden, g