forenzen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fo·ren·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
forenzen |
forensde |
geforensd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
forenzen [2]
- onovergankelijk heen en weer reizen tussen woon- en werkplek als forens
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de forenzen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord forens
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord forenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "forenzen" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ forenzen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be