fokkenstag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fokkenstag (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɔkə(n)ˌstɑx / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- fok·ken·stag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fokkenstag | fokkenstagen |
verkleinwoord | fokkenstagje | fokkenstagjes |
Zelfstandig naamwoord
het fokkenstag o
- (scheepvaart) bij een kottertuig de stag waaraan de fok gehesen kan worden
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'fokkenstag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.