fluithaas
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- fluit·haas
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fluit zn en haas zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fluithaas | fluithazen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (haasachtigen) Ochotona individu uit het enige nog levende geslacht van de familie Ochotonidae behorend tot de haasachtigen (Lagomorpha). Het lijkt enigszins op een lemming of marmot
Hyponiemen
- alaskafluithaas, altaifluithaas, Daurische fluithaas, dwergfluithaas, grootoorfluithaas, himalayafluithaas, Mongoolse fluithaas, Noord-Amerikaanse fluithaas, noordelijke fluithaas, Perzische fluithaas, rode fluithaas, Tibetaanse fluithaas, zwartlipfluithaas
Gangbaarheid
- Het woord 'fluithaas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.