Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flits·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flitshandelaar flitshandelaren
flitshandelaars
verkleinwoord flitshandelaartje flitshandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de flitshandelaarm

  1. (beroep) effectenhandelaar die doormiddel van geautomatiseerde systemen binnen een secondes in- en verkoopt
    • De flitshandelaar investeerde vele miljoenen euro's in een snellere internetverbinding. 

Gangbaarheid