Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fleur·den op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opfleuren

fleurden (…) op

  1. meervoud verleden tijd van opfleuren
    • Wij fleurden op. 
    • Jullie fleurden op. 
    • Zij fleurden op. 

Gangbaarheid