Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • flat·buurt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flatbuurt flatbuurten
verkleinwoord flatbuurtje flatbuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de flatbuurtv / m

  1. een gedeelte van een stad of dorp met veel hoogbouw
    • De Bijlmermeer was een van de bekendste flatbuurten van Nederland. 

Gangbaarheid