Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fla·men·co·gi·taar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord flamencogitaar flamencogitaren
verkleinwoord flamencogitaartje flamencogitaartjes

Zelfstandig naamwoord

de flamencogitaarv / m

  1. (muziekinstrument) akoestische gitaar voor flamencomuziek, gekenmerkt door een heldere klank en voorzien van een slagplaat ('golpeador') waarop de gitarist als ritmische accenten de karakteristieke golpes kan kloppen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid