fineerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fi·neer·der
Woordherkomst en -opbouw
- afleiding van naamwoord van handeling van fineren met het achtervoegsel -der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fineerder | fineerders |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (beroep) ambachtsman die hout bekleedt met een dun laagje kostbaar hout
- (beroep) persoon die edele metalen zuivert
Gangbaarheid
- Het woord fineerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.