filmtijdschrift

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  filmtijdschrift    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• film·tijd·schrift

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  film zn  en  tijdschrift zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	filmtijdschrift	filmtijdschriften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het filmtijdschrift o

1. (filmkunst) magazine met artikelen over bioscoopfilms

   ▸ Na afronding van zijn opleiding aan de Filmacademie richtte Van der Heyde in 1963, samen met onder anderen medestudenten Pim de la Parra en Wim Verstappen, het filmtijdschrift Skoop op. Het magazine, bedoeld om de gevestigde filmwereld op te schudden, was spraakmakend. Films van gevestigde regisseurs als Bert Haanstra werden neergesabeld.

   ▸ Eerder had het filmtijdschrift geschreven over het vertrek van actrice Rashida Jones bij Pixar. Zij nam volgens The Hollywood Reporter ontslag naar aanleiding van het gedrag van Lasseter. Jones ontkent dat en zegt dat haar ontslag "om creatieve en filosofische redenen" was, maar zegt wel blij te zijn dat er nu wordt gesproken over grensoverschrijdend gedrag.

Synoniemen

• filmmagazine, filmblad

Gangbaarheid

• Het woord filmtijdschrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.