Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • film·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord filmdag filmdagen
verkleinwoord filmdagje filmdagjes

Zelfstandig naamwoord

de filmdagm

  1. (filmkunst) dag dat men filmopnames maakt
     Daarnaast hebben ze een 'filmdag' achter de rug: elke renstal mag met één auto maximaal honderd kilometer afleggen om promotiemateriaal te schieten. Maar hecht daar niet te veel waarde aan. Mercedes' filmdag viel bijvoorbeeld samen met een heftige storm. Dan leer je vrij weinig over de wegligging. Het is hooguit een eerste indruk. Vergelijk het met een proefrit. Een auto kan lekker rijden, maar je weet nooit hoe lang je tevreden blijft.[1]
     "In aanloop naar het seizoen draaien de teams op een zogeheten filmdag. Dat gaat in essentie vooral om public relations en marketing, hoewel je in de maximaal honderd toegestane kilometers natuurlijk wel een eerste indruk krijgt. Een eerste check of de gegevens uit de windtunnel en de simulator matchen met de prestaties op het circuit. Maar hecht er niet te veel waarde aan."[2]


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eerste testdagen F1: met de billen bloot proefrijden en verstoppertje spelen” (Woensdag 23 februari 2022, 08:23), NOS
  2.   Weblink bron “In Bahrein gaan Formule 1-bolides circuit weer op: vijf vragen over testdagen” (Donderdag 11 maart 2021, 10:18), NOS