fijnsnijdt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fijnsnijdt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fijn·snijdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fijnsnijden |
fijnsnijdt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden
- ... dat jij fijnsnijdt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fijnsnijden
- ... dat hij fijnsnijdt.