Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fer·men·teert

Werkwoord

vervoeging van
fermenteren

fermenteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
    • Jij fermenteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
    • Hij fermenteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fermenteren
    • Fermenteert!