• fer·men·teer
vervoeging van
fermenteren

fermenteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
    • Ik fermenteer. 
  2. gebiedende wijs van fermenteren
    • Fermenteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fermenteren
    • Fermenteer je?