Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·de·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
federeren
federeerde
gefedereerd
zwak -d volledig

Werkwoord

federeren

  1. ergatief een federatie gaan vormen
    • De twee gemeenten zijn gefedereerd, maar voeren beiden hun eigen ledenadministratie. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

28 % van de Nederlanders;
34 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be