Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·ces
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - feces
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de fecesmv

  1. (medisch) ontlasting
Schrijfwijzen
  • faeces (officiële spelling tot 1955)
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

51 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen