Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • far·ma·co·pee

Gangbaarheid

enkelvoud meervoud
naamwoord farmacopee farmacopees
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de farmacopeev

  1. officieel handboek met voorschriften voor de analyse of bereiding van geneesmiddelen
    • In 1885 werd voor het eerst een tablet in een farmacopee opgenomen.[1] 
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen