fanalokaatje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  fanalokaatje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fa·na·lo·ka·tje

Zelfstandig naamwoord

het fanalokaatje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fanaloka

Gangbaarheid

• Het woord 'fanalokaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.