Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fa·bri·ca·ge·fout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fabricagefout fabricagefouten
verkleinwoord fabricagefoutje fabricagefoutjes

Zelfstandig naamwoord

de fabricagefoutv / m

  1. defect in een product dat ontstaan is door een fout in het productieproces
     Defensie en de Koninklijke Marechaussee (KMar) kwamen echter met eigen, andere onderzoeken en zetten vraagtekens bij de OVV-conclusies. Volgens Defensie was een fabricagefout de oorzaak van het ongeval. Door deze fout zou de granaat op scherp hebben gestaan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Nabestaanden mortierdrama Mali willen vervolging Defensie: ‘Doofpot tot op het hoogste niveau’” (31-08-2022), Tubantia