extrañarse
Spaans
Uitspraak
- IPA: /eks.tɾa.ˈɲaɾ·se/
Woordafbreking
- ex·tra·ñar·se
Werkwoord
extrañarse
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
extrañarse |
extrañaba |
extrañado |
volledig |
- wederkerend zich verbazen over, zich verwonderen over
- in ballingschap gaan
Verwante begrippen
Synoniemen
- [1] asombrarse
- [2] exiliarse
Verwijzingen
- extrañarse in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española