Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exit·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord exitprogramma exitprogramma's
verkleinwoord exitprogrammaatje exitprogrammaatjes

Zelfstandig naamwoord

het exitprogrammao

  1. een procedure om met iets te kunnen stoppen
    • Binnen de Eurozone is er geen duidelijk exitprogramma voor landen die de euro niet meer willen gebruiken. 

Gangbaarheid