examenwerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  examenwerk    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• exa·men·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  examen zn  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	examenwerk	examenwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het examenwerk o

1. wat leerlingen hebben gemaakt als examenopdracht

   ▸ In een verklaring laat de school weten dat na de publicatie op internet de school aanleiding zag om het examenwerk dat in de kluis lag te controleren. Daarbij werd een "onregelmatigheid" geconstateerd.

   ▸ Myrthe Effing studeerde in 2019 af met de serie Willem Wilmink Vandaag, waarbij ze als examenwerk vijf gedichten van Willem Wilmink naar het hedendaagse haalde, zoals de gedichten ‘Frekie’, ‘Oorlog’ en ‘Vroeger in Tilligte’. De kunstenares gebruikt collagefotografie, een tweedimensionale techniek waarbij beeld wordt samengesteld door verschillende materialen bij elkaar te plakken.

Hyponiemen

• eindexamenwerk

Gangbaarheid

• Het woord examenwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.