Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • exa·men·klas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord examenklas examenklassen
verkleinwoord examenklasje examenklasjes

Zelfstandig naamwoord

de examenklasv

  1. (onderwijs) een klas leerlingen op een middelbare school die in dat schooljaar examen moeten doen
    • De examenklas organiseerde na afloop van de examens een leuk uitje. 
Verwante begrippen