evenementenvuurwerk

Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • eve·ne·men·ten·vuur·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evenementenvuurwerk evenementenvuurwerken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het evenementenvuurwerko

  1. zeer zwaar, professioneel vuurwerk
     De 40-jarige man die verantwoordelijk was voor de explosie had in een vrachtwagen nog eens honderden kilo's aan zwaar evenementenvuurwerk liggen. Hij is direct na de knal opgepakt en zit nog vast.[1]
     Toen werd in de herfst al bij twee vangsten 90 ton vuurwerk in beslag genomen. Door de Europese regels mogen particulieren bovendien geen evenementenvuurwerk meer kopen.[2]


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Hilversum aan vuurwerkramp ontsnapt'” (Maandag 2 januari 2012, 16:50), NOS
  2.   Weblink bron “Minder vuurwerk in beslag genomen” (Dinsdag 7 december 2010, 19:15), NOS