Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • eva·cu·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord evacuatie evacuaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de evacuatiev

  1. het weghalen van de burgerbevolking in verband met een bepaalde dreiging
  2. (medisch) ontlediging
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen