euro-
Niet te verwarren met: euro |
Nederlands
Huidig bestand |
---|
33 |
Uitspraak
Woordafbreking
- eu·ro-
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) van Europa of Europees [1]
Voorvoegsel
euro-
- (cultuur) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde betrekking heeft op Europa als gebied met een gedeelde cultuur
- (economie) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde gericht is op of geschikt voor de markt in Europa
- (politiek) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde deel is van of betrekking heeft op de samenwerking in de Europese Unie
Opmerkingen
- Een afleiding met dit voorvoegsel wordt met een hoofdletter geschreven, wanneer het het eerste woord van een zin is, of wanneer het een eigennaam is. Er is geen afzonderlijk voorvoegsel "Euro-".
- Naast afleidingen met dit voorvoegsel zijn er ook samenstellingen met euro "Europese munteenheid".
Hyponiemen
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht
|