esperantist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: esperantist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- es·pe·ran·tist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | esperantist | esperantisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de esperantist m
- spreker van het Esperanto
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord esperantist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.