Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·op re·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop rekenen
rekende erop
erop gerekend
zwak -d volledig

Werkwoord

erop rekenen

  1. vertrouwen hebben in iets
    • Je kunt erop rekenen dat alles goed komt. 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net