Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·op lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop lijken
leek erop
erop geleken
klasse 1 volledig

Werkwoord

erop lijken

  1. een overeenkomst hebben met
    • Wij hebben de jurk die u wilt niet maar we hebben wel een paar jurken die erop lijken. 

Gangbaarheid