Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·in zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erin zetten
zette erin
erin gezet
zwak -t volledig

Werkwoord

erin zetten

  1. iets ergens in plaatsen
    • Hier is een plastic bak, je kunt je vuile glas erin zetten. 


Gangbaarheid