erfgename
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- erf·ge·na·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfgename | erfgenamen erfgenames |
verkleinwoord | erfgenametje | erfgenametjes |
Zelfstandig naamwoord
de erfgename v
- een vrouwelijk persoon die recht heeft op de nalatenschap van een overleden persoon
- De erfgename was een weduwe.
Gangbaarheid
- Het woord erfgename staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erfgename" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | erfgename | erfgenamen |
genitief | erfgenamen | erfgenamen |
datief | erfgename | erfgenamen |
accusatief | erfgename | erfgenamen |
Zelfstandig naamwoord
erfgename m