erfdienstbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- erf·dienst·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van erf zn en dienstbaarheid zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | erfdienstbaarheid | erfdienstbaarheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de erfdienstbaarheid v
- (juridisch) een last waarmee een onroerend goed, het dienend of lijdend erf, ten behoeve van een ander onroerend goed, het heersend erf, is bezwaard
Synoniemen
Vertalingen
1. zakelijk recht op andermans onroerend goed
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord erfdienstbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.