Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • epi·lep·sie·hond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord epilepsiehond epilepsiehonden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de epilepsiehondm

  1. (medisch) hond die een epilepsiepatiënt bijstaat
     Als een specifieke geurmolecule geïdentificeerd kan worden, dan zouden epilepsiehonden efficiënter en sneller getraind kunnen worden. 'De ontwikkelingen kunnen voor personen met epilepsie veel meer voorspelbaarheid en controle geven, wat verlichtend werkt voor de stress die de aandoening met zich meebrengt.'[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “UGent zoekt 45 personen met epilepsie voor onderzoek met honden” (23/09/2014), De Standaard