enorme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- enor·me
Bijvoeglijk naamwoord
enorme
- verbogen vorm van de stellende trap van enorm
Deens
Woordafbreking
- enor·me
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van enorm
enorme, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van enorm
Noors
Woordafbreking
- enor·me
Naar frequentie | 4562 |
---|
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van enorm
enorme, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van enorm
Nynorsk
Woordafbreking
- enor·me
Bijvoeglijk naamwoord
- bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van enorm
enorme, mv
- onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van enorm
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- e·nor·me
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | enorme | enormes |
vrouwelijk | enorme | enormes |
Bijvoeglijk naamwoord
enorme