enkelspeler
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: enkelspeler (hulp, bestand)
Woordafbreking
- en·kel·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van enkel en speler zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | enkelspeler | enkelspelers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de enkelspeler m
- (sport) tennisser die in zijn eentje speelt tegen één tegenstander
- ▸ De Finals zijn het laatste tennistoernooi van het jaar en gelden als officieus WK. De beste acht enkelspelers en dubbelduo's zijn verdeeld over twee poules van vier. De nummers een en twee gaan door naar de halve finales.[1]
- ▸ "Als je ons meeneemt, is het een risico. Punt. Dat is gewoon zo", zegt Middelkoop. "Als er een enkelspeler uitvalt, moeten wij gaan singelen. Maar aan de andere kant heb je met ons een goede kans op een punt in de dubbel en die is vaak doorslaggevend."[2]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord enkelspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Dubbelspecialist Koolhof debuteert met zwaarbevochten zege bij ATP Finals” (15/11/2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Middelkoop en Koolhof: in Davis Cup nemen we het stokje over” (18-02-2017), NOS