engels
Niet te verwarren met: Engels |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- en·gels
Woordherkomst en -opbouw
- geoniem van Middelnederlands engels / engelsc, op te vatten als een verzelfstandiging van Engels bn , de herkomst van deze maat[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | engels | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het engels o
- (eenheid) gewicht voor het meten van zilver en goud overeenkomend met 1,538 gram
- Ik heb 50 engels goud gekocht
Verwijzingen
Gangbaarheid
- Het woord engels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.