engelengezicht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: engelengezicht (hulp, bestand)
- IPA: /ˈɛŋələ(n)ɣəˌzɪxt/
Woordafbreking
- en·ge·len·ge·zicht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van engel en gezicht met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | engelengezicht | engelengezichten |
verkleinwoord | engelengezichtje | engelengezichtjes |
Zelfstandig naamwoord
het engelengezicht o
- gelaat als van een hemelse boodschapper
- onschuldig en vriendelijk gelaat van een mooi, lief kind
- De huurmoordenaar van de 'Ndrangheta had de bijnaam "engelengezicht"
Gangbaarheid
- Het woord 'engelengezicht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.