energiedeskundige

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ener·gie·des·kun·di·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord energiedeskundige energiedeskundigen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de energiedeskundigev / m

  1. (beroep) iemand die veel kennis heeft op het gebied van de energievoorziening
     Wordt gekozen voor duurzame bronnen, dan kan dat betekenen dat er miljoenen zonnepanelen of honderden windmolens bij moeten komen. Maar met het huidige aantal windturbines en zonnepanelen zijn er al problemen met het elektriciteitsnet. Een nog sterkere groei zal ook de inpassing ervan op daken en in het landschap moeilijker maken. Daarom is de vraag hoe reëel dit is, zegt bijvoorbeeld energiedeskundige Martien Visser.[1]
     Andere opvallende namen zijn die van RTL Z-columnist en energiedeskundige Henri Bontenbal (18), De Jonge's politiek assistent Bart van den Brink (plek 21) en Rick Brink, die in een televisieprogramma werd gekozen tot eerste 'minister van Gehandicaptenzaken' (24). Kamerlid Martijn van Helvert, die zich aanvankelijk ook verkiesbaar stelde als lijsttrekker, is gezakt naar plek 25.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Heleen Ekker
    “Kunnen nog meer zonnepanelen en windmolens houtige biomassa vervangen?” (Woensdag 8 juli 2020, 21:12), NOS
  2.   Weblink bron “CDA zet nieuwkomer Inge van Dijk op 3, Lucille Werner 10e op kandidatenlijst” (Dinsdag 27 oktober 2020, 11:46), NOS