• emul·geert
vervoeging van
emulgeren

emulgeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emulgeren
    • Jij emulgeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emulgeren
    • Hij emulgeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van emulgeren
    • Emulgeert!