embedt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- em·bedt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
embedden |
embedt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van embedden
- Jij embedt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van embedden
- Hij embedt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van embedden
- Embedt!
Gangbaarheid
- Het woord embedt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.