Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • el·gers

Zelfstandig naamwoord

de elgersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord elger


Noors

Woordafbreking
  • el·gers
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

elgers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van elg