elfhoek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- elf·hoek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | elfhoek | elfhoeken |
verkleinwoord | elfhoekje | elfhoekjes |
Zelfstandig naamwoord
de elfhoek m
- (meetkunde) figuur met elf hoeken
- Vul de tabel aan met de hoekensom van een zevenhoek en een elfhoek.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'elfhoek' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.