Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • el·fen·bloem·pje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het elfenbloempjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord elfenbloem
  2. dim. tant. (bloemplanten) bepaald soort plant, Epimedium alpinum   uit de Berberisfamilie (Berberidaceae  ), in Nederland voorkomend als stinsenplant

Gangbaarheid

Meer informatie