elektrocuteerden
- elek·tro·cu·teer·den
vervoeging van |
---|
elektrocuteren |
elektrocuteerden
- meervoud verleden tijd van elektrocuteren
- Wij elektrocuteerden.
- Jullie elektrocuteerden.
- Zij elektrocuteerden.
- Wij elektrocuteerden.
vervoeging van |
---|
elektrocuteren |
elektrocuteerden