elektriciteitspanne

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tri·ci·teits·pan·ne
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektriciteitspanne elektriciteitspannes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elektriciteitspannev / m

  1. (elektrotechniek) een onbedoelde onderbreking in de voorziening van elektrische energie
     Volgende week, voor het einde van het jaar, beslist de regering over de kernuitstap. Vijf van de zeven centrales gaan zeker dicht, over twee is nog discussie. Die gaan volgens het regeerakkoord alleen dicht als er bevoorradingszekerheid is: als we dus zeker weten dat we de winters van 2025, 26 en 27 doorkomen zonder elektriciteitspanne.[1]
     Je belt een gekwalificeerde professional (of je voert zelf herstellingen uit) wanneer er geen risico is op levensgevaar en er voor de schade geen interventie van de brandweer nodig is. Dat kan dus bijvoorbeeld in het geval van een omgevallen boom in de tuin, een beschadigde veranda, hagelschade aan een voertuig of een elektriciteitspanne. De nummers 112 en 1722 mogen in die gevallen niet worden gebruikt.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    bbd
    “Groen: ‘Bevoorradingszekerheid is kleiner zonder volledige kernuitstap’” (18/12/2021), De Standaard
  2.   Weblink bron
    emv, cevt, wle
    “Meerdere gewonden aan kust door storm Odette” (25/09/2020), De Standaard