elektriciteitsleer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • elek·tri·ci·teits·leer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elektriciteitsleer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de elektriciteitsleerv / m

  1. (wetenschap) leer die zich bezig houdt met aan elektriciteit (en magnetisme) gerelateerde zaken

Meer informatie

Gangbaarheid