Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ei·land·me·rel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eilandmerel eilandmerels
verkleinwoord eilandmereltje eilandmereltjes

Zelfstandig naamwoord

de eilandmerelv / m

  1. (zangvogels) Turdus poliocephalus   een algemeen in bossen voorkomende lijster die voorkomt in een uitgestrekt gebied dat reikt van de Filipijnen door geheel Zuidoost-Azië en Melanesië tot aan het eiland Samoa. Er zijn ongeveer 50 ondersoorten beschreven die onderling sterk verschillen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie