Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·kel·ont·ste·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikelontsteking eikelontstekingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de eikelontstekingv

  1. (medisch) infectie van het slijmvlies dat de top van de penis beschermt
    • Een eikelontsteking kan zelden kwaad. Vaak gaat de ontsteking vanzelf over. [1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen