efficiencyverbetering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ef·fi·ci·en·cy·ver·be·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord efficiencyverbetering efficiencyverbeteringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de efficiencyverbeteringv

  1. (economie) toename van de doelmatigheid
     "De digitalisering van onze dienstverlening en het doorvoeren van noodzakelijke efficiencyverbeteringen, verloopt in hoog tempo. Het grote verlies aan arbeidsplaatsen dat daarmee gepaard gaat, vraagt veel van zowel de blijvende als de vertrekkende medewerkers. Wij doen ons uiterste best om dit met zorg en aandacht te begeleiden”, aldus de Rabobank in het persbericht over de halfjaarcijfers.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Winst Rabobank 600 miljoen euro lager” (Donderdag 18 augustus 2016, 08:42), NOS